Samenlevingsprijs

Het is treurig dat we in dit land een ‘Samenlevingsprijs’ uitroepen. Is het in een dichtbevolkte wijk als Rabot-Blaisantvest niet vanzelfsprekend dat we proberen om zo goed mogelijk samen te leven? Ook bij wie dit serieus probeert slaan soms de stoppen door. De reden bij mij was onlangs van een totaal andere orde, dan van degene die dit veroorzaakte.

Bij mooi weer verzamelt in het Rabotpark regelmatig een grote groep mensen. Ze praten en lachen, eten en drinken, spelen muziek en aan het eind van de dag laten ze vaak allerlei rotzooi achter. De mensen daarop aanspreken heeft weinig effect. De politie bellen al evenmin. Voetbalcoach Michel Preud’homme gaf onlangs in de krant het advies: ‘erger je zo min mogelijk aan zaken waar je geen vat op hebt.’

Mijn man en ik sluiten de ramen en deuren en gaan aan de tuinkant van het huis zitten. Daar horen en zien we niks.

Niet iedereen is in staat om zo’n simpele oplossing te vinden. Sinds twee weken komt een wijkbewoonster met de regelmaat van de klok langs om over het probleem te klagen. Zij noemt dit discussiĆ«ren. Ik word om de oren geslagen met gemeente- en politiereglementen en nu is ze bezig met een brief naar burgemeester Matthias De Clercq. Ik moet en zal haar mening delen.

Eergisteren stond ze weer aan de deur. Deze keer was er teveel aan. Ik heb de deur keihard voor haar neus dicht gesmeten. Dit verdiende niet de samenlevingsprijs, maar hoe lang moet je tolereren dat iemand jou haar mening probeert op te dringen en je daarbij te pas en te onpas lastig valt?